“Onze jeugd heeft tegenwoordig een sterke hang naar luxe, heeft slechte manieren, minachting voor het gezag en geen eerbied voor ouderen. (…) Jonge mensen staan niet meer op als een oudere de kamer binnenkomt. Zij spreken hun ouders tegen, houden niet hun mond in gezelschap, en tiranniseren hun leraren.”
Klinkt bekend, niet waar? Actueel ook, dit soort uitspraken over ‘de jeugd van tegenwoordig’. Maar vraag het aan je ouders en je grootouders als die nog leven, en zij zullen hetzelfde zeggen. Klagen over generaties na ons is namelijk niets nieuws, zo oud zelfs dat de uitspraak hierboven al zo’n 2.400 jaar geleden door de Griekse filosoof Socrates werd gedaan.
Blijkbaar hebben mensen een inherente behoefte om zich tegen andere generaties af te zetten. Niet alleen tegen onze ouders tijdens het puberen, maar ook van oud naar jong als we de wereld zien veranderen en er heilig van overtuigd raken dat vroeger alles beter was.
Maar op de manier waarop we generaties beschrijven en hoe we elkaar over één kam scheren, is wel het nodige af te dingen.
Wat is een generatie eigenlijk?
Volgens Van Dale is een generatie een ‘groep van ongeveer gelijktijdig geboren mensen’. Helder, maar zo zou je mensen met hetzelfde sterrenbeeld – uit hetzelfde jaar – ook kunnen typeren. En op de horoscoop in je favoriete weekblad durf je toch ook je spaargeld niet in te zetten.
Natuurlijk hebben mensen die in dezelfde periode opgroeien wel de nodige zaken met elkaar gemeen. Ontwikkelingen op gebieden als economie, technologie en oorlog, bijvoorbeeld. Daarom is het best te verklaren dat er serieuze aandacht is voor generatietheorie, in Nederland groot gemaakt door socioloog Henk Becker met zijn standaardwerk Generaties en hun kansen (1992).
Bij welke generatie hoor jij?
Inmiddels zijn we alweer een kwart eeuw verder en heeft men dus al de nodige toevoegingen moeten verzinnen aan de originele categorieën van Becker. Een combinatie van Beckers werk en de inzichten van vandaag levert bijvoorbeeld het volgende overzicht op, vormgegeven door Youngworks:
(klik voor uitvergroting)
Even resumerend:
- 1930-1940: Stille Generatie
- 1940-1955: Babyboomers
- 1955-1970: Generatie X
- 1970-1985: Praktische generatie/Patatgeneratie
- 1980-1994: Generatie Y/Millennials
- 1990-2000: Generatie Z
- 2000-2011: Generatie Alpha
Nu zou je jezelf dus op basis van bovenstaand overzicht in één van de genoemde generaties kunnen plaatsen - of in twee overlappende generaties.
Maar let op: deze indeling is alleen relevant voor jou en je (groot)ouders als jullie in dit deel van de wereld zijn opgegroeid. De babyboomgeneratie heeft natuurlijk alles met de Tweede Wereldoorlog te maken, en is niet van toepassing op bevolkingen van werelddelen waar de gevolgen van die oorlog aan voorbij zijn gegaan.
In India wordt bijvoorbeeld de eigen onafhankelijkheid in 1947 gezien als belangrijk ijkpunt voor generatiedenken, en in China wordt met de Post-80’s een generatie beschreven die tijdens de eenkindpolitiek is geboren en heeft geprofiteerd van China’s opkomst als economische wereldmacht. Geen slecht idee om hier eens bij stil te staan als je weer een artikel over ‘jouw generatie’ leest of deelt.
Millennials...wat maakt het uit?
Maar zelfs als we het erover eens zijn dat millennials tussen 1980 en 1994 zijn geboren, dan nog rest de vraag: wat zegt dat over die mensen?
Millennials vormen momenteel waarschijnlijk de meest besproken generatie. Het zijn de jonge professionals die in menig debat de boventoon voeren en het dus vaak over zichzelf hebben. Maar wat nou dé millennial kenmerkt, daar komen we maar niet uit.
Doen ze aan een eindeloos “wat wordt ons millennials toch een onrecht aangedaan”-gejammer, of hebben ze wel degelijk iets te klagen? Zijn ze optimistisch met te veel zelfvertrouwen, of worden ze juist depressief van alle keuzestress en burn-outverschijnselen?
Net als de omschrijving van een sterrenbeeld kun jij je misschien helemaal niet vinden in het label dat op jouw generatie is geplakt.
Er worden daarom ook al tussenvormen bedacht, zogenaamde microgeneraties, zoals de Xennials waar Business Insider in januari al over schreef. Deze mensen combineren naar eigen zeggen de beste eigenschappen van generaties X en Y.
Wat moeten we hier nou uit concluderen? Natuurlijk hebben we dingen gemeen met de mensen waarmee we opgroeien, maar we hebben net zo goed de behoefte om ons te onderscheiden en vooral niet als ‘normaal’ te worden omschreven.
De volgende keer dat iemand je aanspreekt op je generatie, mag je hem dus gerust op zijn hoofd slaan met een boek van Socrates.